Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Gij zult tot Hem ernstiglijk bidden, en Hij zal u verhoren; en gij [52]zult uw geloften betalen. 52. Dat is, dewijl Hij weldadig zal zijn tegen u, vervullende uw begeerten, zo zult gij ook Hem dankbaar zijn, u in zijn weldaden verheugende. Vergelijk Ps.50:14, en Ps.61:9.